In primitieve culturen wordt geen onderscheid gemaakt tussen engelen of demonen, goden en duivels. Hoe meer een cultuur zich ontwikkelt, hoe dualistischer hij wordt: hemel en onderwereld, deva's en duivels, licht en duisternis, goed en kwaad, inzicht en onwetendheid. In onze hedendaagse maatschappij zijn boeken en films vol dualiteit legio. Bijna alles waar iets van geweld in zit, heeft het: de indeling tussen de goede en de slechteriken (bovendien: "l'enfer ce sont les autres!").
Het werkelijke leven is niet zo zwartwit en geen mens zit zo zwartwit in elkaar. Je kan naar zwart of naar wit overhellen, maar meestal zijn we zwart én wit. Maar ook dat is een te beperkt zelfbeeld: we zitten vol kleuren! Drieduizend jaar geleden werd in het Mahabharata geschreven: "niets is op zichzelf totaal goed of totaal slecht", nog steeds een grote waarheid.
Duisternis hoort bij het licht, er is geen licht zonder duister. Waarom dan dat negatief gevoel tegenover het koesterende donker? Denk je zwartwit? Heb je de neiging al te zeer te polariseren? Wat zie je bij jezelf als zwart en wat als wit? Is wit en zwart binnenin jezelf in evenwicht? Of ervaar je een dualiteit tussen beide? Staat wit voor je geweten en zwart voor je behoeftes? Of is zwart het gevolg van een nijpend tekort aan expressie? Heb je het gevoel vaak een pijnlijke keuze te moeten maken tussen wit en zwart?
Hoe sta je tegenover jouw duistere kant? Zie je het als een innerlijke vijand of als een kracht die je moet leren hanteren? Durf je wel je donkere kant onder ogen zien? Leef je in harmonie of is er voortdurend een strijd tussen die twee polen voor het overwicht? Of kies je voor de rol een engel te zijn en blijft je duistere zijde toegedekt?
Voel je iets schreeuwen in jezelf, iets dat wil gehoord worden?
Durf je ook aan de ander je kleuren te tonen, of verberg je liever de donkere tinten?
© Copyright Johan Framhout 2009 |