Kunst van het schaakspel & varianten

1 Basisregels van het officiële (Europese) en het Japanse schaakspel.

Lees verder...

2 Schaak met andere stukken en regels: paradijsschaak

Lees verder...

3 Schaken met andere stukken, een paar nieuwe spellen

Lees verder...

4 Schaakvarianten zonder extra bord of stuk

Lees verder...

5 Schaken met extra stukken

Lees verder

Beginopstelling zie illustratie. Regels als in klassiek schaken met daarbij:
- kameel: springt (zet en slaat) zoals paard, maar 3+1 ipv 2+1
- kanon: zet en slaat orthogonaal, enkel als hij over één en slechts één ander stuk kan springen (wit of zwart) om te landen op om het even welk daarachter liggend veld
- goud zet en slaat zoals in Japanse shogi: 1 vak in elke richting behalve diagonaal achteruit
- zilver id, 1 vak diagonaal in elke richting + 1 stap recht vooruit
- shogi (shogi-speer): zet en slaat als de speer dwz enkel recht vooruit naar elk open veld (niet springen); als hij geslagen wordt, wordt hij eigendom van de aanvaller en naast het bord gezet (= een beurt). Diegenen die de shogi naast hem heeft liggen, kan er altijd voor kiezen hem in te zetten = op om het even welk leeg veld te plaatsen = parachuteren (= een beurt). De pijl wijst naar de tegenstander. Dit stuk is dus noch wit, noch zwart. De pijlrichting toont wie het stuk mag gebruiken (pijl wijst naar de tegenstander). Bij het parachuteren mag de K niet worden schaakgezet. De shogi begint buiten het bord. Deze beginshogi mag slechts worden ingezet op de eerste rij.
- joker: heeft dezelfde mogelijkheden als het stuk dat de tegenspeler laatst gebruikte (imitator). Als de vorige zet van de tegenspeler de joker was, neemt de joker die eigenschap nogmaals over (het daaropvolgende stuk in actie mag evenwel geen joker meer zijn).
Joker als pion: 1 veld vooruit zetten of 1schuin vooruit slaan; dubbelzet kan vanaf eerste rij, "donner en passant" kan als en op het moment dat een pion vd tegenspeler door een dubbelzet naast hem komt staan.
Joker als shogi: recht vooruit zetten of slaan; een geslagen joker komt niet terug op het bord, daarom kan hij nooit parachuteren.
- Rokeren: rokeren kan op 2 plaatsen, temidden de vier velden links of de vier velden rechts, beide op de 2de rij. De toren komt aan de binnenzijde. De T noch K mogen voorheen al een zet hebben gedaan + K mag niet schaak staan + de 4 velden van rij 2 mogen niet bedreigd zijn.
- Promotie: een pion die de voorlaatste rij bereikt, promoveert. Onmiddellijk veranderen in een geslagen stuk v eigen kleur naar keuze, & dat geen pion of shogi is (als er geen geslagen stuk is, kan het niet en moet het wachten - tijdens het wachten kan het niet zetten noch geslagen worden). Dit is dus anders dan gewoon schaken

© Johan Framhout juni 2014

Zetten van zilver en goud. Goud herken je aan meer sterren.

Parachuteschaak

Te spelen op een bord van 7 op 7, beginopstelling zie illustratie. Elke speler heeft bij aanvang drie stukken op het bord, de andere stukken wachten voor het bord.
Elk stuk kan worden ingezet (parachuteren) op de eerste 3 rijen, of een eigen stuk dat reeds op het bord staat, kan worden verzet, of een eigen stuk op het bord kan een ander stuk op het bord slaan (dat komt naast het bord terecht en speelt niet meer mee)
Alle stukken van het traditioneel schaken zijn aanwezig met identieke eigenschap, met ook deze toegevoegde stukken:
- kameel: springt (zet en slaat) zoals paard, maar 3+1 ipv 2+1
- yingyang: is 2kleurig en behoort dus tot beide partijen; kan niet slaan of geslagen worden; zet als koning, enkel springers kunnen hem passeren, mag niet gebruikt worden als de tegenspeler hem net gebruikte
- raket: kan niet slaan of geslagen worden, beweegt 1 veld in elke richting
- olifant: springt 1 of 2 velden diagonaal (in zelfde richting)
- dorje: dito als olifant, maar orthogonaal
- joker: heeft dezelfde mogelijkheden als het stuk dat de tegenspeler laatst gebruikte (imitator). Uitzondering: als een speler een raket, een joker of de yingyang gebruikte, kan de andere speler in de daaropvolgende zet zijn joker niet gebruiken
Geen rokeren, dubbelzet, noch en passant mogelijk.
Doel: de koning van de tegenspeler slaan of mat zetten.

© Johan Framhout oktober 2015